storyline
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

storyline

Welkom op Storyline. Op dit forum kun je je helemaal uitleven met je fantasie en creativiteit. Post verhalen, gedichten, tekeningen en nog veel meer. Doe mee aan wedstrijden, rollenspellen of maak ze zelf. Laat andere mensen je creatie's beoordelen.
 
IndexLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

 

 Nederlands verhaal, voorlopig

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Shane




Aantal berichten : 5
Registratiedatum : 09-03-10
Leeftijd : 30
Woonplaats : Eerbeek

Nederlands verhaal, voorlopig Empty
BerichtOnderwerp: Nederlands verhaal, voorlopig   Nederlands verhaal, voorlopig Icon_minitimewo maa 17, 2010 8:07 pm

Bij nederlands kregen we de opdracht het eerste hoofdstuk van een roman te schrijven, en ik dacht dat het misschien leuk zou zijn dit te delen.

Geniet ervan.


Met zijn rug in het warme zand en een zeebries over zijn gezicht keek hij hoe de zon in de zee verdween. Langzaam verdween het licht van het strand en daarmee ook de warmte van die zomeravond. Het werd steeds kouder en één voor één werden sterren zichtbaar, als zonnen van de nacht. Hij stond op en klopte het zand van zijn broek, zijn hamer tegen zijn been kloppend. Vervolgens liep hij terug naar het kasteel, zijn stappen tellend in het zand, de grote muur rustig in zich opnemend. Toen hij na een kleine vijfhonderd passen de kasteelmuur bereikte bonsde hij op de deur om de poortwachter duidelijk te maken dat hij toch wel erg graag naar binnen wilde. Na wat gevloek werd een luik geopend en werd het gezicht van een vermoeide wachter zichtbaar, die duidelijk niet blij was dat hij gestoord werd in zijn slaap. “wat moet dat hier zo laat?” Sprak de man verwijtend, maar toen zijn blik die van de jongeman ontmoette lachte hij. “Oh, Frederick, ik had je op dit uur niet verwacht.” De man trok haastig de deur open en liet hem binnen. “Waarom was je er zo laat nog op uit? Je hoort nu toch al te waken op de muren?” de man keek Frederick aan en vervolgde zijn verhaal: “Er schijnt hier ’s nachts iemand rond te sluipen, dus houd je ogen goed open vannacht!” ze spraken nog wat verder terwijl het geluid van hun voetstappen de binnenplaats overvloeide, en ze de smederij naderden. “Ik ben vandaag naar het bos geweest om hout te halen, en ben daarna naar het strand gegaan om de zonsondergang te bekijken.” Frederick dacht even na en sloeg toen zijn handpalm tegen zijn voorhoofd. “Hout vergeten,” zei hij tegen de wachter die hem verbaasd aankeek. Bij de smederij aangekomen zei Frederick de wachter gedag en liep naar binnen. Zijn vader keek op, en zijn bezwete gezicht glom in het vuur. “Waar is het hout?” Vroeg hij zonder er omheen te draaien. “Dat ligt nog in het bos,” zei Frederick beschaamd. Een vlaag van vermoeidheid en irritatie gleed over het gezicht van de smid. “Hoe kunnen we in ’s hemelsnaam wapens smeden zonder hout voor het vuur!? Nou Rick?” De man slaakte een diepe zucht en zei toen rustig: “Ga het morgen maar ophalen, het lijkt me verstandig dat je eerst op de muren gaat patrouilleren.” Frederick stond dankbaar op en pakte zijn mantel. Hij pakte het zwaard dat tegen de muur stond en gespte de schede aan zijn riem. Hij sloeg zijn mantel om zijn schouders en terwijl zijn vader meer hout op het vuur gooide stapte hij de smederij uit . Tegen de tijd dat de maan hoog aan de hemel stond, stond Frederick op de bemoste muur, zijn voetstappen klonken zacht op de muur. Hij leunde vermoeid tegen de borstwering aan en keek uit over de door de heldere volle maan verlichte zee, denkend aan alles wat er gebeurd was sinds zijn vader tot de Koninklijke wapensmid was benoemd. Ze waren een week geleden naar het kasteel gekomen om wapens te smeden voor de ridders. De dag dat ze aangekomen waren, en het grote kasteel zagen, was hij op de muur gaan staan en had hij uitgekeken over de zee, hij had de meeuwen gevolgd toen ze wegvlogen tot ver achter de horizon. Hij vond het geweldig om hier in het kasteel te werken met zijn vader. Maar de gedachte die het meeste naar voren kwam, was de herinnering aan die middag in het bos. Hij had daar een jonge vrouw zien lopen, haar hoofd beschermd door een bronzen helm, haar heup versierd met een zwaard. Gracieus liep zij tussen de bomen tot een blik geworpen door donkere ogen de zijne kruiste, en ze in een moment verdwenen was. Een schreeuw in de zwarte nacht liet hem opschrikken uit zijn gedachten en een zwerm vleermuizen vloog op. Frederick rende naar de plek waar het geluid vandaan kwam, zijn vlugge stappen op de muur hard weerklinkend. Hij zag hoe de wachter waarmee hij had gesproken werd aangevallen door een gedaante gehuld in kap en mantel, een mes gevaarlijk dicht bij zijn keel. “Rick, help!” sprak de wachter angstig. Frederick zag dat de wachter al ernstig toegetakeld was, zijn benen lagen bebloed in een akelige kronkel onder hem. Frederick trok zijn zwaard en rende op de belager af, die op zijn beurt de wachter wegduwde en zijn mes in de aanslag hield. Frederick haalde uit met zijn zwaard maar miste de belager, die op het laatste moment aan de kant was gesprongen. Een vlaag van angst trok door Frederick heen toen hij besefte dat hij niet op brute kracht kon vertrouwen. Hij dook naar achter en ontweek het mes van de belager, en voelde zijn hamer tegen zijn been kloppen . Plots had hij een idee. Hij zag hoe de belager zijn mes in gereedheid bracht en ontweek het toen hij het naar zich toe geworpen kreeg, waarna hij zijn arm naar achter haalde en de hamer met al zijn macht naar de borstkas van de belager slingerend. De belager dook weg, maar kon niet voorkomen dat hij op zijn schouder geraakt werd. Kreunend zakte hij in elkaar, maar hij herstelde zich verassend snel voor een nieuwe uithaal. Frederick ontweek de aanval en de belager zei waarschuwend: “dit is niet jouw strijd, knul! Weet waar je aan begint!” Frederick lachte en zei dapperder dan hij zich voelde: “Het werd mijn strijd op het moment dat jij me aanviel.” De belager richtte de zwarte plek waar zijn gezicht zat op hem en Frederick voelde ogen die hij niet kon zien in de zijne boren. “Je weet niet waarmee je spot, knul.” Sprak de belager, en hij pakte het lichaam van de flauwgevallen wachter. Hij liep naar de rand van de muur, en gooide het bewegingsloze lichaam er overheen. In een eindeloze seconde keek Frederick geschokt toe hoe de wachter zijn dood tegemoet viel, tot de stenen van de binnenplaats met een misselijkmakend gekraak zijn val en nek braken. Frederick keek vol verdriet, verbijstering, en vooral woede van de belager naar het dode lichaam van de wachter, zijn zwaard trillend in zijn hand. “Waarom!?” Schreeuwde hij kwaad. Een rood waas verscheen voor zijn ogen en al zijn logische denken werd uitgeschakeld, hem achterlatend in de greep van zijn eigen woede. Hij sprong op de belager af en probeerde hem hard te raken. De belager ontweek het de kling met gemak en lachte spottend. “Je kunt me niet aan knul, ik ben te snel voor je.” Frederick gebruikte in zijn blinde woede zijn vuist in plaats van zijn zwaard en raakte de belager hard in zijn gezicht. Hij dook bovenop hem en sloeg hem met zijn hoofd hard tegen de grond. Hij voelde het warme bloed van zijn vijand tussen zijn vingers doorsijpelen, en zag even de angst op het gezicht van de belager. Hij aarzelde, maar hief toch zijn zwaard om het door de keel van de man te steken, toen hij achter zich ineens voetstappen hoorde. Frederick draaide zich om en zag nog net iemand aan komen rennen voor een wolk de volle maan verhulde, en alles donker werd. Hij voelde iets aan zijn zwaard trekken, en uit verbazing liet hij het vallen. Met zijn inmiddels gewende ogen speurde hij naar de tweede persoon, die hij uiteindelijk geknield naast de belager vond. Hij hoorde een snik en zag hoe de tweede persoon, met zijn zwaard in zijn hand, opstond en op hem afliep. “Wat heb je met hem gedaan?” Vroeg de man met een merkwaardig hoge stem. Frederick keek vol verbijstering naar de man, en toen de maan weer zichtbaar werd, werd hem duidelijk dat hij een vrouw tegenover zich had. Ze wilde naar hem uithalen, maar het zwaard was te zwaar voor haar en het zwaaide ongecontroleerd door de lucht. Frederick sloeg het zwaard uit haar hand en duwde haar op de grond. Hij pakte zijn zwaard op en richtte het op haar keel, toen hij angst zag in twee prachtige, donkere, en vreemd genoeg bekende ogen.

ja, oké het is niet zo lang
Terug naar boven Ga naar beneden
 
Nederlands verhaal, voorlopig
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» Geschiedenis verhaal: 1507.

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
storyline :: Verhalen :: Overig-
Ga naar: